Wat heeft de Waddenzee nodig?

Een rijke Waddenzee. Met dat doel voor ogen werkte het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) twaalf jaar in wisselende coalities en samenstellingen aan een veerkrachtig ecosysteem en een duurzaam economisch medegebruik in het Waddengebied. Talloze stappen zijn gezet en initiatieven aangejaagd, kennis is opgedaan en gedeeld. PRW stopt als programma, maar het werk aan een rijke Waddenzee gaat onverminderd door. In dit artikel schetsen we acht door ons geleerde lessen die we graag meegeven. 

12 jaar PRW

1. De natuur op 1 zetten

In de Waddenzee staat de natuur voorop. Al in 1980 kreeg de Waddenzee formeel de status van beschermd natuurgebied. ‘De Waddenzee is primair een natuurgebied’, herhaalde de Derde Nota Waddenzee in 2007. Dezelfde boodschap komt terug in wetgeving, beleidsdocumenten en lokale plannen. De praktijk blijkt echter weerbarstig en natuur is vaak het kind van de rekening. Wouter van der Heij van de Waddenvereniging stelt elders in dit magazine: “De natuurkwaliteit ging het afgelopen decennium in de Waddenzee achteruit.” De Waddennatuur moet écht een eigen stem krijgen. Vraagstukken worden vaak mensgericht benaderd. Terwijl niet de mens, maar de bewoners – zoals wulp, kanoetstrandloper, dieseltreinworm en scholekster – centraal moeten staan. Zij kunnen echter niet voor zichzelf opkomen. Binnen PRW vroegen we ons vaak af: wat wil de wulp eigenlijk? Zo kreeg de Waddennatuur een stem.

2. Integraal en samenhangend werken

In het Waddengebied is alles met alles verbonden. Duinen, kwelders, wadplaten, geulen: het gebied vormt een samenhangend systeem. Als PRW kozen we bewust voor een brede scope, zelfs voor een internationaal blikveld, gezien de belangrijke functie van de Waddenzee als swim- en flyway. De complexe opgaven vragen niet om sectorale deeloplossingen, maar om een integrale benadering. Waterkwaliteit, veiligheid, recreatie, visserij, waddenhavens, natuurlijke overgangen: binnen PRW bekeken we ze in samenhang. We lieten verbanden zien en legden verbindingen tussen sectoren voor nieuwe kansen. Zoals Ellen Bruins Slot het in dit magazine treffend zegt: “Voor de huidige opgaven hebben we elkaar hard nodig. De oplossing voor de ene partij ligt vaak in de handen van een andere partij.”

Transitie-X

3. Voorbij het bestaande kijken

‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’, dichtte Willem Elsschot. Voor een rijke Waddenzee moeten we visionair denken. Zoals Jules Verne, de bekende futuroloog, al in 1874 water als brandstof voorspelde, zo moeten wij ons een rijke Waddenzee verbeelden. Doorgaan op het huidige pad volstaat vaak niet. Soms is het beter om een nieuwe weg in te slaan. “Het alsmaar optimaliseren van het bestaande zal vaak niet afdoende zijn”, stelt het artikel over toekomstdromen in dit magazine. Als PRW maakten we de geesten rijp voor een regimeshift. We namen het initiatief om voor verschillende onderwerpen – bereikbaarheid van de eilanden, verzilting van de kust, troebel Eems-water – samen met partijen na te denken over het onbestaanbare. We joegen de dialoog aan en boden partijen de ruimte om duurzame alternatieven te bedenken. Visionair, out-of-the-box en buiten de lijntjes kleurend kwamen we uit op nieuwe werkelijkheden.

4. Tussenruimten

Een rijke Waddenzee vraagt om verandering, een omslag in denken en doen. Veranderen is ingewikkeld, vaak gaan dan de hakken in het zand. Als PRW creëerden we zogeheten ‘tussenruimten’ om complexe vraagstukken bespreekbaar te maken. Een ruimte waar betrokken personen met open vizier de dialoog aangaan en inspirerende ideeën verzinnen, los van oordelen en belangen. Een WadLab, noemden we zo’n tussenruimte. Rick Timmerman van PRW zag een metamorfose bij deelnemers. “We haalden mensen uit hun groef. In een andere setting ontstond een andere dynamiek met veel positieve energie”, vertelt hij in dit magazine. Ook in andere trajecten, zoals de recreatiezonering, de verkenning van maatregelen voor natuurherstel in de Eems, de klimaatadaptatie voor de Waddenkust en de zoet-zout-verbinding in het Lauwersmeer, leidde een tussenruimte tot baanbrekende uitkomsten.

5. Hofnarren

Wie bood vroeger de koning een ander perspectief? Wie liet hem in de spiegel kijken? De hofnar! Werken aan een rijke Waddenzee vraagt om onafhankelijke hofnarren. Mensen die ongemakkelijke vragen durven stellen, spiegels voorhouden, vanzelfsprekendheden wegwuiven en tegengas geven. Als hofnar probeerden we de vinger op de zere plek te leggen. We kaartten gevoelige onderwerpen aan en maakten het onbespreekbare bespreekbaar. Een complex gebied als de Wadden heeft hofnarren nodig, zowel in als buiten de reguliere organisaties.

Denken in resultaatketens

Lees hier meer over conceptueel model Miradi

6. Vrije ruimte

Binnen PRW hadden we menskracht, financiën en vrije ruimte ter beschikking. “Dit konden we gevraagd en ongevraagd inzetten”, zegt Lianne Huzen, secretaris van PRW, in dit magazine. Juist in een uitdagende context als het werken aan een rijke Waddenzee is het creëren van vrije ruimte belangrijk. We hebben geleerd dat het beschikbaar hebben van vrij inzetbare middelen – zowel capaciteit als geld – belangrijk is geweest voor het succes van PRW. Daardoor konden we snel inspelen op ontwikkelingen en mensen en geld vrijmaken om kansrijke initiatieven te ondersteunen. Lianne Huzen stelt in het artikel dat ze hoopt dat er ruimte blijft voor rollen als aanjagen, verbinden en uitdagen. “Een rijke Waddenzee vraagt om mensen die de ruimte krijgen om grenzen op te rekken”, zegt ze.

Small wins theorie

7. Leren door te doen

De transitie naar een rijke Waddenzee vereist meer kennis. De beschikbare kennis over de Waddenzee staat in schril contrast met die van ecosystemen op land, zoals beekdelen en veengebieden. De vergaarde kennis over de Waddenzee vertoont nog grote lacunes. Dé ultieme oplossing is vaak niet voorhanden. Daarom omarmden we het motto ‘leren door te doen’. Talloze pilots hebben we geïnitieerd en proefprojecten aangejaagd. Neem de platte oester, de Prins Hendrikdijk op Texel, zeegrasherstel: allemaal hebben de projecten door ‘leren door te doen’ stappen vooruitgezet.

8. Vastberadenheid

Het is een open deur, maar gemaakte afspraken moeten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Neem onze eerste geleerde les ‘De natuur op 1 zetten’. Ondanks dat de Waddenzee primair een natuurgebied is, staat de natuur bij besluiten niet altijd op de eerste plaats. Economische activiteiten krijgen voorrang. Stel we komen als samenleving alle reeds gemaakte afspraken na, dan zijn we voor een rijke Waddenzee een eind op weg. Dat geldt onder meer voor afspraken binnen het OSPAR-verdrag ter bescherming van het mariene milieu en de visserijconvenanten, zoals het mosselakkoord uit 2009 en garnalenakkoord uit 2014. Met de convenanten zijn positieve resultaten geboekt, maar de uitvoering ligt ver achter op schema. Waarom? Omdat een vastberaden keuze voor een robuust en veerkrachtig ecosysteem nu eenmaal consequenties heeft voor economische activiteiten.