Eerste praktijkproef Platte Oester afgerond

donderdag 3 februari 2022

The Fieldwork Company en de Goede Vissers voerden in opdracht van Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) een praktijkproef uit naar de mogelijkheden voor de herintroductie van de Platte Oester in de Waddenzee. Het is een bouwsteen in de zoektocht naar terugkeer van de platte oester in de natuur van de Nederlandse Waddenzee, en dan met name de herkolonisatie van de oostelijke Waddenzee. Het is een praktische verkenning naar overleving en groei van de platte oester.

Mooie samenwerking

Deze eerste praktijkproef bleek een mooie samenwerking met een praktisch ingesteld onderzoeksbureau en vissers die het wad op hun duimpje kennen. Met het uithangen van (gebiedseigen) platte oesters is praktische kennis en ervaring opgedaan. Deze kennis kan gebruikt worden bij het verder ontwikkelen van methoden die bijdragen aan de verspreiding van (gebiedseigen) platte oesters in de oostelijke Waddenzee. Doel is het tot wasdom laten komen van een natuurlijke, levensvatbare en veerkrachtige populatie van platte oesters in de Nederlandse Waddenzee. Het is een belangrijke biobouwer. En ook aantrekkelijk voor consumptie. Maar zoals Barbara Rodenburg van De Goede Vissers stelt:

“Het eerste doel is een stabiele levensvatbare populatie van platte oesters in de Nederlandse Waddenzee, dus voorlopig zeker geen oogst! Toch werken we als vissers graag mee aan versterking van de inheemse biodiversiteit. In de toekomst kan de verspreiding van platte oesters misschien worden versneld met duurzame voedselproductie. Dat zou helemaal mooi zijn”.

Vier locaties – drie dieptes

In 2021 werden op vier verschillende locaties in de oostelijke Waddenzee platte oesters uitgehangen. Exemplaren, opgekweekt uit de restpopulatie in de westelijke Waddenzee, werden op tafels in zogenoemde oesterzakken op vier plekken en op drie dieptes uitgezet. De platte oester heeft wereldwijd last van een parasiet, Bonamia. De Waddenzee-oesters zijn daar vrij van. Daarom spreken we van gebiedseigen uitgangsmateriaal. Doel van de praktijkproef was te leren over toepasbare technieken, de beste plekken zowel qua omgeving als qua droogvalduur en de groei. Natuurlijk waren we ook nieuwsgierig naar mogelijke reproductie, zaadval. Maar daarvoor waren de beschikbare opgekweekte exemplaren nog wat te jong en te klein.

Verrassende uitkomsten

De bedoeling met het uithangen van de oesters onder verschillende omstandigheden is meer inzicht te krijgen in de invloed van de diepte of droogvalduur op de overleving en ontwikkeling. In tegenstelling tot de verwachting, bleek een slikrijke ondergrond een goede invloed te hebben op de overlevingskansen van de platte oesters. De slikrijke locaties Lauwersoog en Ameland lieten betere overlevingscijfers zien dan de locaties met een zanderige en stevigere ondergrond bij Schiermonnikoog en Rottums. Daarnaast lijken de oesters een grotere overleving te hebben in de intergetijde-zone dan in het deel dat bijna altijd onder water staat. Deze uitkomsten kunnen nog niet worden verklaard. Er komt geen eenduidig beeld naar voren ten aanzien van de invloed van de maaswijdte van de netten op de overleving van de oesters. Wel is er veel aangroei van pokken, wat invloed kan hebben op de voedselconcurrentie.

Voortzetten praktijkonderzoek

Leren-door-doen, het adagium van PRW, is bij deze praktijkproef breed ingezet. De proef is te klein van opzet om goede statistische uitspraken te kunnen doen. De focus lag op het opdoen van praktijkervaring. Toch valt in de rapportage het lage overlevingscijfer op. Dat was onverwacht. Er zijn wat indicaties voor de oorzaken, zoals kortstondige perioden met hoge omgevingstemperaturen. En mogelijk dat ook de zoetwatertoestroom invloed heeft, zoals bij de spuisluis van Lauwersoog. Maar ook elders in Nederland lijkt de sterfte in 2021 hoog. Zowel de proefopstellingen als de oesters zelf hebben intensief gezelschap gekregen van zeepokken. Is de zeepok een factor van betekenis bij herkolonisatie-maatregelen? Of hadden we net de ‘tussenmaat’ oesters te pakken en gingen de wat grotere exemplaren al extra energie steken in reproductie? Er is van deze proef geleerd, met concrete aanbevelingen voor een volgende stap.

Samen op ontdekkingstocht

In 2016 begon PRW met de ontdekkingstocht van de herkolonisatie van de platte oester in de Nederlandse Waddenzee. Op de Noordzee wordt ondertussen geleerd van diverse herintroductie projecten. En de wetenschap verbonden aan de Noordzee, de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta kijkt zeer precies naar de biologie en de bedreigingen van de soort. In het project Onderwaternatuur van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) wordt onderzocht of een herstelstrategie haalbaar is. Van helemaal niets doen, laat de platte oester maar zelf gestaag oostwaarts trekken, tot onderbouwd een handje helpen. Er is nog een klein groepje oesters in leven. Daar wordt nu goed voor gezorgd, en ze komen langzaam op de leeftijd dat ze kunnen gaan reproduceren. De deskundigen zoeken nu samen naar de beste inzet van deze oesters voor een volgende stap in het leerproces.

Brede betrokkenheid

Stalen tafels, ongeveer 60 cm boven de wadbodem, op verschillende plekken langs de geul. Dan wil je als wadvaarder wel weten waar je even weg moet blijven. We konden ze tijdig via de geëigende kanalen informeren. Een van de tafels is om onverklaarbare reden verdwenen. De zeekanoërs waren bereid te helpen zoeken. De platte oesters van de Waddenzee zijn vrij van Bonamia. Een groot goed. Laten we dat zo houden! Dus bewust of onbewust exemplaren van elders halen? Niet doen! Maar dan moet je het wel weten. We hebben een brede betrokkenheid ervaren. En als er vragen zijn kunnen we via het informele platte oester overleg Waddenzee vlot de verbinding leggen met de beschikbare (praktijk)kennis.

Meer informatie?

Michiel Firet. Tel: +31 (0)6 12 96 18 98, E-mail: m.firet@staatsbosbeheer.nl.