Model berekent invloed medicijnresten op Waddenzee

dinsdag 10 maart 2020

Eén van de doelstellingen van Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) is om de onderwaternatuur te verbeteren. Daaronder valt het onderzoeken van de indirecte invloeden van menselijk handelen op de Waddenzee. Er is al veel aandacht voor microverontreinigingen in zoet water, maar niet voor wat ermee gebeurt in het zoute mariene milieu. Microverontreinigingen die voorkomen in het oppervlaktewater komen onder andere van medicijnresten, microplastics, PFAS, gewasbeschermingsmiddelen en andere chemische stoffen. Ons doel is om de prioritaire menselijke invloeden op het mariene ecosysteem in beeld te brengen.

verdunnen en verspreiden

We hebben voor Rijkswaterstaat – een van de opdrachtgevers van Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) – onderzocht wat er met stoffen in spuiwater gebeurd als het in de Waddenzee wordt geloosd, hoe het verdund en verspreid wordt. En wat de mogelijke effecten zijn van enkele stoffen op de onderwaternatuur in de Waddenzee.

drie onderzoekstrajecten

We hebben drie onderzoekstrajecten opgezet:

  1. verkenning problematiek en veldonderzoek naar stoffen in Fries oppervlaktewater
  2. modelstudie naar verspreiding en verdunning van stoffen in de Waddenzee en berekenen van effecten van 2 stoffen op mosselen
  3. veldonderzoek en modelstudie naar uitwisseling van stoffen in het oppervlaktewater met het onderliggende sediment

Veldonderzoek in Van Harinxmakanaal

Twee studenten van hogeschool Van Hall Larenstein brachten de problematiek in kaart. Ze deden veldonderzoek in het Van Harinxmakanaal, met medewerking van Wetterskip Fryslân. Hun ervaringen lees je terug in het blog Opkomende stoffen. Gekozen is voor medicijnresten omdat Wetterskip Fryslân een set van 29 medicijnen kan meten én omdat medicijngebruik naar verwachting zal blijven toenemen. Belangrijk onderdeel was ook om aandacht te vragen voor het onderwerp, juist omdat er nog weinig over bekend is.

Modelstudie verspreiding en verdunning

Modelleur Bert Brinkman paste een bestaand Ecomodel van de Waddenzee toe voor een verkenning hoe spuiwater met daarin opgeloste stoffen zich verspreidt in de Waddenzee. Het model berekent met behulp van zoutgehaltes in de Waddenzee hoeveel de concentraties verdund worden. Hoe hoger het zoutgehalte hoe groter de verdunning. Als input voor het model leverden de vier noordelijke waterschappen de spuivolumes aan. De concentraties opgeloste stoffen in het oppervlaktewater zijn berekend in een modelstudie van Deltares[1]. Er is gekozen voor twee stoffen uit medicijnresten (de pijnstiller diclofenac en het anti-epilepticum carbamazepine) in de Waddenzee omdat de berekende concentraties betrouwbare waarden geven die dichtbij de gemeten waarden liggen zoals geregistreerd in de Nederlandse emissieregistratie.

modelstudie verdunning en verspreiding diclofenac Waddenzee

Bert Brinkman rekent op dit moment nog aan wat de mogelijke effecten op het ecosysteem kunnen zijn, omdat het model ook ecosysteem componenten omvat, zoals algen en mosselen. Daarmee kan berekend worden hoeveel van die stoffen mosselen opnemen tijdens het filtreren van voedsel uit het water.

uitwisseling oppervlaktewater en slib

Het derde traject is een afstudeeronderzoek van studenten Milieukunde en Chemische Technologie die onderzoeken hoe de uitwisseling is tussen opgeloste stoffen in het oppervlaktewater en het slib. Deze resultaten zullen medio 2020 bekend worden gemaakt.

Presentatie modelstudie

Bachelor student Yannick Kalteren presenteerde de resultaten van zijn onderzoek op donderdag 5 maart. Bert Brinkman presenteerde aansluitend de methodiek en de kaarten met verdunning en verspreiding van twee stoffen in medicijnen. De uitgenodigde pers besteedde er ook aandacht aan:

Meer informatie bij Ingrid van Beek, adviseur mariene ecologie bij PRW, T 06 11 84 05 21 E i.j.m.vanbeek@minlnv.nl

[1] Deltares heeft dit gedaan in het kader van Solutions, een EU project dat de verspreiding van 1800 opkomende stoffen in de EU rivieren berekend heeft. Ze hebben het EU model verfijnd naar de specifieke waterhuishouding in Nederland, waar water ook van laag naar hoog kan stromen.