Onderzoek naar haaien in de Waddenzee

dinsdag 19 juli 2022

Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) draagt financieel bij aan onderzoek naar haaien in de Waddenzee. Volgens ons belangrijk onderzoek omdat het informatie geeft over het belang van de Waddenzee als leefgebied voor haaien. Ook toont het aan of de haai als toppredator aanwezig is in de Waddenzee. Dit is van belang is voor een gezond en goed functionerend ecosysteem. Er zijn vorige week in het zeegat bij Terschelling en Ameland 6 haaien gevangen en voorzien van zenders.

Zenderen van haaien aan boord van garnalenkotter ZK37 door onderzoekers van WMR en NIOZ (foto: Erwin Winter)

Met behulp van deze zenders worden data verzameld over de aanwezigheid en de verspreiding van haaien in de Waddenzee, en de periode dat ze in de Waddenzee te vinden zijn. Zitten ze in diepere, hoog-dynamische geulen dichtbij de zeegaten, of ook nabij laag-dynamische wadplaten? Zijn er patronen in habitatgebruik te ontdekken, en is de Waddenzee favoriet in bepaalde perioden?

Toppredatoren in de Waddenzee

Haaien zijn roofvissen aan de top van de voedselketen, en de aanwezigheid van toppredatoren is een goede indicator van een gezond ecosysteem, met een gezonde populatie prooidieren. PRW heeft in opdracht van LNV een Streefbeeld voor de Onderwaternatuur van de Waddenzee ontwikkeld, met zes bouwstenen die samen bepalend zijn voor een goed functionerend ecosysteem. De bouwsteen interacties beschrijft het principe van een compleet en robuust interactieweb, met een evenwichtig aandeel meso- en toppredatoren. De sturende rol van toppredatoren in het interactieweb, en de ecologische processen die ze in gang kunnen zetten staan beschreven in een eerder PRW rapport. Er is nog weinig bekend wat precies de effecten zijn van de aanwezigheid (of afwezigheid) van toppredatoren in de Waddenzee.

Andere toppredatoren in de Waddenzee zijn zeezoogdieren (gewone en grijze zeehond en bruinvis) en zeevogels (meeuwen, sterns en aalscholver). Naar deze soorten wordt jaarlijks onderzoek gedaan en is veel kennis aanwezig. In een meerjarig onderzoek binnen het Swimway project wordt de staat van roofvissen in de Waddenzee onderzocht. Roofvissen zoals zeebaars en harder worden gevangen en gezenderd.

Onderzoek uitgebreid met haaien

Haaien konden niet meegenomen worden in het Swimway onderzoek, vanwege het ontbreken van een geschikte boot en vangstmethode. Door met een garnalenkotter en speciale netten gericht te vissen op haaien is het wel gelukt om haaien te vangen en zenderen. Er zijn 2 volwassen gevlekte gladde haaien (Mustelus asterias) en 4 ruwe haaien pups (Galeorhinus galeus) gevangen.

Ruwe haai pup wordt gemeten (foto: Erwin Winter)

Het plan was de haaien van een tag en twee soorten zenders te voorzien: akoestische en satelliet zenders. De tag is bedoeld ter identificatie, mocht een haai opnieuw gevangen worden. De satelliet zender is geschikt voor soorten met een groot verspreidingsgebied, omdat de data met elke satelliet kunnen worden uitgewisseld. De akoestische zender is geschikt voor haaien met een verspreidingsgebied in de omgeving waar akoestische ontvangers zijn geplaatst.

De 4 ruwe haai pups waren nog maar enkele dagen oud en te klein om te zenderen, wel zijn ze van een tag voorzien. Volwassen ruwe haaien zouden zijn voorzien van een satelliet en akoestische tag. De 2 volwassen gevlekte gladde haaien hebben een akoestische zender gekregen.

Volwassen gevlekte gladde haai voorzien van de gele floy-tag en een (inwendig geplaatste) akoestische zender (foto: Erwin Winter)

Inzicht in verspreidingspatronen

De akoestische zender geeft een signaal af aan de ontvanger, zodra een vis in de buurt van een ontvanger komt. Voor het Swimway onderzoek is een netwerk van ontvangers in de Waddenzee geplaatst. Zo wordt nauwkeurig vastgelegd waar en wanneer de haaien in de Waddenzee zitten.

Met de satellietzender kan worden bepaald waar de haaien zich het hele jaar door bevinden, ook als ze niet in de Waddenzee zijn. Het geeft inzicht in de verspreidingspatronen, ook in de Noordzee en daarbuiten. De satelliet zender laat na circa 1,5 jaar los en stuurt vanaf het wateroppervlak in 1 keer alle data (diepte en temperatuur per tijdseenheid) naar een satelliet. Op basis van die data wordt berekend waar de haai geweest is. Dit geeft inzicht in de verbinding tussen leefgebieden van haaien, en de verbinding tussen haaienpopulaties elders.

Europese database

Alle gegevens worden opgeslagen in een Europese database, waardoor zenderonderzoek in andere landen ook toegankelijk is en verzamelde data uitgewisseld kan worden. In Nederland wordt ook haaienonderzoek gedaan in de Noordzee en zuidwestelijke delta.

Meer informatie

Ir. ing. I.J.M. (Ingrid) van Beek (Mariene Ecoloog). Tel: +31 (0)6 11 84 05 21. E-mail: i.j.m.vanbeek@minlnv.nl.